Fondsprijzen

De Fondsprijzen zijn prijzen die voortkomen uit de legaten die aan de Academie werden toevertrouwd.

 

Marie-Christiane Maselis-prijs

Prijs voor een belangrijk oorspronkelijk werk op het gebied van de kinderpsychotherapie en/of kinderpsychiatrie.

 

Naast een duidelijk wetenschappelijke fundering moet dit werk bovenal rechtstreeks bijdragen tot de verbetering van de klinische begeleiding van kinderen ten aanzien van een specifieke of brede, externaliserende of internaliserende gedragsstoornis. Het werk neemt bij voorkeur de vorm aan van een concreet beschreven, vernieuwende methodiek die door andere practici kan worden overgenomen. Deze prijs is bestemd voor Belgische licentiaten of masters in de klinische psychologie en de psychiatrische geneeskunde. De prijs kan zowel aan een individu als aan een groep worden toegekend. Omdat het werk van zowel psychologen als psychiaters in aanmerking komt, zal het ook zowel door de Klasse Menswetenschappen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen en Kunsten als door de Koninklijke Academie voor Geneeskunde worden beoordeeld.

Bedrag voor deze prijs: 5000
Deze prijs wordt niet langer uitgereikt.
Geertrui Serneels

Community-based werken met vluchtelingenkinderen (PACCT, Psychiatry Assisting the
Cultural diverse Community in creating healing Ties).

Geertrui Serneels (°1966) studeert af als gedreven juriste en gaat aan de slag in debank- en zakenwereld: eerst bij KBC als juridisch adviseur en nadien bij Alcatel waar ze – als eerste vrouw – internationaal juridisch adviseur werd voor Latijns-Amerika en het Midden-Oosten. Gebeten door sociale vraagstukken neemt haar carrière een nieuwe wending: vreemdelingenrecht en psychologie komen hierbij op het voorplan. Na een masterdiploma Psychologie (VUB, 2003), een stage in Kinshasa met kindsoldaten en een doorgedreven specialisatie – Etno-psychiatry (Centre Georges Devereux, 2006), Integrative Child Psychiatrie (faculteit Mens & Samenleving, 2006) en trauma therapy EMDR (Nederland, 2012) – culmineert al haar verworven kennis en ervaring zich in de directeursfunctie bij vzw Solentra.

Onder haar leiding groeit de vzw die ontstond uit de PAIKA-afdeling (Kind- en Jeugdpsychiatrie UZ Brussel) uit tot een succesvolle organisatie die een voortrekkersrol opneemt in cultuursensitieve en outreachende geestelijke gezondheidszorg voor zij die hun weg niet vinden naar de bestaande voorzieningen. Best practices worden ontwikkeld, bekroond (International Migration Organization & Psycholoog van het jaar 2016) en uitgerold doorheen Vlaanderen, België en van nabij gevolgd in Europa. Dankzij het combineren van juridische en psychologische kennis met een flinke brok social entrepreneurship
worden uitdagingen op patiënt- en maatschappelijk niveau creatief getackeld. Vandaag telt Solentra branches in Limburg, West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en weldra Antwerpen.

Solentra bouwt verder op de bestaande kennis in samenwerking met de onderzoeksinstelling van de Vrije Universiteit Brussel en wil via Evidence based onderzoek haar methodiek uitdragen en verbeteren. Ander onderzoek is o.m. gericht op: het verbeteren van (groeps-)therapiemethodieken (door pre- en postonderzoek), het ontwikkelen
van verbeterde vragenlijsten voor diagnose en interview, het ontwikkelen van een checklist voor de procedure van de PACCT-methodiek en onderzoek verricht door thesisstudenten. Solentra wil vanuit haar unieke praktijkervaring met de doelgroep de deskundigheid bevorderen en het maatschappelijk draagvlak vergroten in het bevorderen van welzijn. Solentra ziet het dan ook als haar taak om het onderwerp ruimer
bespreekbaar te maken.


Hilde Colpin
Sanne Van Craeyevelt
Caroline Vancraeyveldt
Karine Verschueren
Het team Colpin-Vancraeyveldt-Van Craeyevelt-Verchueren (KU Leuven) wordt bekroond met de Marie-Christiane Maselisprijs 2014 voor de behandelingsmethode Externaliserend gedrag bij kleuters in de klas: Samen spel(en) met de leerkracht maakt een verschil!

Kleuters die externaliserend (druk, opstandig, agressief) gedrag vertonen, lopen meer risico op problemen in hun latere leven: afwijzing door leeftijdsgenoten, slechte schoolresultaten, delinquentie, depressie. Dit gedrag zet ook de leerkracht-kindrelatie onder druk. Samen-Spel is gericht op het verminderen van dit gedrag bij kleuters door het versterken van de leerkracht-kindinteractie en bestaat uit korte sessies waarin leerkracht en kleuter één-op-één samen spelen. In het eerste deel, Relatie-Spel, wordt een goede band leerkracht-kleuter opgebouwd door het versterken van de sensitiviteit van de leerkracht. Het tweede deel, Regel-Spel, is gericht op vaardigheden om gepast gedrag bij de kleuter te bevorderen en storend gedrag te verminderen. Een studie bij 175 jongens met risico op problemen toonde een sterkere daling van externaliserend gedrag bij de kleuters die Samen-Spel gevolgd hadden.

De laureaten zijn verbonden aan de onderzoeksgroep Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie van Kind en Adolescent van de KU Leuven. Zij ontwikkelden Samen-Spel in een studie gefinancierd door het Bijzonder Onderzoeksfonds van de KU Leuven. Hilde Colpin is hoogleraar en doctor in de pedagogie. Haar onderzoeksinteresse gaat naar het bevorderen van de gedragsmatige, emotionele en academische ontwikkeling van kinderen door het versterken van interacties met leerkrachten, ouders en leeftijdgenoten. Karine Verschueren is hoogleraar en doctor in de psychologie. Zij bestudeert de psychosociale en academische ontwikkeling van kinderen en jongeren in schoolse context, in het bijzonder de ontwikkeling van zelfconcept en betrokkenheid en de rol van leerkracht-kind en peerinteracties. Caroline Vancraeyveldt is master in schoolpsychologie en doctor in de psychologie. Zij bestudeerde de effecten van Samen-Spel op het gedrag en op de leerkracht-kindrelatie. Momenteel werkt zij aan een spin-off met als doel de principes van Samen-Spel te integreren in de opleiding voor het kleuteronderwijs. Sanne Van Craeyevelt is master klinische psychologie. Zij onderzoekt in haar doctoraat de lange termijneffecten van Samen-Spel op de academische ontwikkeling.

Carolinne Braet
Lien Joossens
Ellen Moens

Begeleiding van kinderen met overgewicht: werken met de ouders

Ellen Moens is werkzaam aan de vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie van de UGent. Haar doctoraat handelde over ouderlijke invloeden bij overgewicht bij kinderen onder promotorschap van Prof. Caroline Braet. Momenteel zet zij als postdoctoraal onderzoekster (FWO) haar onderzoek verder op het vlak van gezinsinvloeden op gezond en dysfunctioneel eetgedrag bij kinderen. Zij is als psychologe verbonden aan het Universitair Psychologisch Centrum Kind en Adolescent. Daarnaast neemt ze deel aan verscheidene projecten rond gewichtszorg voor kinderen waarbij ze vooral met ouders werkt ter begeleiding van kinderen met overgewicht.

Caroline Braet is hoogleraar klinische ontwikkelingspsychologie aan de vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie van de UGent. Momenteel leidt zij onderzoeksprojecten op het vlak van obesitas, eetstoornissen, hechting, impulsiviteit, depressie en gedragsproblemen bij kinderen en jongeren. Zij is klinisch psycholoog-gedragstherapeut en coördinator van het Universitair Psychologisch Centrum Kind en Adolescent te Gent.

Lien Joossens, voedingsdeskundige-diëtiste, heeft een zelfstandige diëtistenpraktijk in Brugge. Na opleidingen kindvriendelijke consultaties en gedragstherapeutische vaardigheden voor de diëtist specialiseerde ze zich in de begeleiding van kinderen met overgewicht en jongeren met eetproblemen.

Uit het rapport van de jury: "Via een helder wetenschappelijk gefundeerd protocol wordt het mogelijk dat, naast een begeleiding door een psychologe en een diëtiste, de ouders als centrale steunfiguur en co-therapeut van hun kind fungeren. Het project is uitvoerig onderbouwd door eigen onderzoek en recent onderzoek in deze sector. Het neemt de vorm aan van een concreet beschreven, vernieuwende methodiek die door andere practici kan worden overgenomen."


Let Dillen
Denis Helskens
Mariska Siongers

Children’s Psychodrama Puppets Kit

Mariska Siongers (°1980) studeerde in 2004 af als klinisch psychologe aan de Universiteit Gent. Dit academiejaar (2010-2011) rondt zij de opleiding Experiëntieel-Integratieve therapie voor kinderen, jongeren en gezinnen af aan de Faculteit voor Mens en Samenleving te Turnhout.
Mariska werkt deeltijds in een vluchthuis voor vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn van intrafamiliaal geweld. Daarnaast werkt zij in privépraktijk Andare te Mechelen en geeft ze samen met Denis vormingen rond de Children’s Psychodrama Puppets.

Denis Helskens startte pas op zijn dertigste zijn studies voor Licentiaat in de klinische psychologie aan de Universiteit Gent. Naast zijn interesse in de experimentele en theoretische studies, was hij dermate geboeid door het klinische werk met kinderen. Aan de universiteit ervaarde hij aan den lijve psychodrama zoals Prof. Em. Leni-Verhofstadt-Denève er vorm aan gaf. Deze boeiende en intense methode en het achterliggende theoretische kader brachten zijn collega's en hem op de idee om een kindvriendelijke toepassing van het psychodrama te ontwikkelen. Thans hanteert hij de puppets vaak als outreacher in zijn werk met jongeren binnen de Bijzondere Jeugdzorg. Verder volgt hij een postacademische vorming in de relatie- en systeemtherapie aan de Katholieke Universiteit Leuven. De bekroning van zijn bijdrage aan de conceptie van de Children’s Psychodrama Puppets draagt hij graag op aan zijn twee kinderen Toon en Inis.

Na haar studies Klinische Psychologie aan de Universiteit Gent heeft Let Dillen (°1977) na een korte periode in de klinische praktijk gewerkt te hebben een doctoraat afgewerkt over het rouwproces bij kinderen en jongeren vanuit een emotietheorie. Tijdens haar doctoraatsproject is ze steeds in nauw contact gebleven met de klinische praktijk, door de contacten met experten binnen het rouwdomein in de Werkgroep Rouw, via haar werk als klinisch psychologe verbonden aan het centrum Kind en Adolescent (Universiteit Gent) en via het begeleiden van scriptiestudenten tijdens hun opleiding klinische psychologie. Het is in het kader van deze scriptiebegeleidingen dat ze nauw heeft samengewerkt met Denis en Mariska in de ontwikkeling van een psychodramamethodiek voor kinderen en jongeren. Na haar doctoraatsstudie heeft zij nog gedurende twee jaar gewerkt aan een crosscultureel onderzoeksproject rond emoties bij Prof. Dr. Johnny Fontaine.
Nog tijdens dit cross-cultureel project is ze teruggekeerd naar haar eerste liefde namelijk de zorg voor kinderen en jongeren. In oktober 2009 startte ze namelijk in het kader van het Nationaal Kankerplan een praktijkgericht belevingsonderzoek naar hoe kinderen en jongeren omgaan met het kankerproces van een ouder. Dit project werkt ze momenteel halftijds uit aan het UZ Gent. Sinds juni 2010 vult ze deze halftijdse functie aan met een halftijdse functie als researchcoördinator bij de Federatie Palliatieve Zorg-Vlaanderen. In deze laatste functie kan ze haar andere motto concreet vorm geven, namelijk de primordialiteit van de dialectiek tussen onderzoek en praktijk.


Erik Verliefde

Een doosje vol troost

Erik Verliefde (°1964) is Licentiaat in de Klinische- en Ontwikkelingspsychologie. Hij heeft als psychotherapeut een jarenlange ervaring opgebouwd in het werken met kinderen die geconfronteerd worden met verlies en afscheid. Naast een eigen praktijk als zelfstandig psychotherapeut in Tollembeek werkt de heer Verliefde ook als klinisch psycholoog in de palliatieve zorg. Het is binnen deze afdeling van het OLV-ziekenhuis van Asse dat Verliefde vaak te maken krijgt met kinderen die moeten worden opgevangen bij de confrontatie met ziekte en afscheid. Met zijn bekroonde werk Een doosje vol troost komt hij, vanuit wetenschappelijke hoek, tegemoet aan de moeilijkheden wanneer ouders met kanker (of een andere ernstige aandoening) met hun kinderen over hun ziekte en de gevolgen daarvan moeten communiceren. In 2009 zal dit concept nog verder worden uitgewerkt en met onderzoek worden getoetst.