In memoriam Arnout Balis

In memoriam Arnout Balis

Klasse Kunsten

Arnout Balis

Lid van de Klasse van de Kunsten

Schaarbeek, 29 juli 1952 - Jette, 6 september 2021

Op 6 september 2021 ontviel ons onverwacht Arnout Balis, sinds 2002 lid van de Klasse van de Kunsten.

Na zijn klassieke humaniora aan het St.-Jan Berchmanscollege te Brussel studeerde hij van 1970 tot 1974 kunstgeschiedenis en oudheidkunde aan de Universiteit van Gent. Aansluitend werd hij daar assistent bij zijn promotor Roger-A. d’Hulst. Onder diens leiding specialiseerde hij zich in de geschiedenis van de Vlaamse schilderkunst uit de vroegmoderne tijd. Zijn eerste grote onderzoeksproject - het thema van zijn licentiaatsverhandeling - betreft de zogenaamde Jachten van Maximiliaan, de beroemde tapijtenreeks naar ontwerp van Barend van Orley. Als eerste heeft hij dit belangrijke ensemble onderworpen aan een geïntegreerd historisch, iconografisch en stilistisch onderzoek met heel wat nieuwe resultaten. Mede onder invloed van zijn promotor ging Balis’ belangstelling steeds meer uit naar de Vlaamse barokschilderkunst. Vanuit zijn vertrouwdheid met de jachticonografie begon hij aan een grondig onderzoek van Rubens’ jachttaferelen, dat in 1983 resulteerde in een proefschrift waarvoor hij kort daarna werd uitgeroepen tot laureaat van onze Academie. Deze studie werd vervolgens gepubliceerd als deel van het door d’Hulst in het leven geroepen Corpus Rubenianum Ludwig Burchard. Reeds in deze magistrale en zeer positief onthaalde studie ontwikkelde Balis zijn eigen methodiek waarin gevoelvolle stijlanalyse in eenklank wordt gebracht met de humanistisch-renaissancistische kunsttheoretische opvattingen van de bestudeerde periode. Deze geïntegreerde kunsthistorische benadering verfijnde hij in talrijke kortere en langere bijdragen, vooral over aspecten van het oeuvre van Rubens en diens tijdgenoten en verschenen in binnen- en buitenlandse vaktijdschriften, congresverslagen en tentoonstellingscatalogi. Onder deze vele studies verdient vooral Balis’ gedetailleerde en degelijk gestoffeerde benadering van de eigenheid van Rubens’ atelier een bijzondere plaats.

Arnout Balis werd vanaf zijn studiejaren vlug een regelmatige bezoeker van het Antwerpse Rubenianum. Na als postdoctoral fellow een academisch jaar te hebben doorgebracht aan New York University werd hij in 1986 uiteindelijk ook aan het Rubenianum verbonden als FWO-onderzoeksleider aan het daar gevestigde Nationaal Centrum voor de Plastische Kunsten van de 16de en de 17de eeuw, het huidige Centrum Rubenianum. In 2007 werd Arnout Balis voorzitter van dit Centrum en hoofdredacteur van het daar uitgegeven Corpus Rubenianum. Hij werd meteen geconfronteerd met de financiële moeilijkheden van dit aanvankelijk door het NFWO/FWO-Vlaanderen gefinancierde project. Toen deze subsidiëring werd stopgezet dreigde het belangrijkste doel van het Centrum Rubenianum, de uitgave van een volledige en kritische catalogus van het ganse oeuvre van Rubens, te kapseizen. Gelukkig kwam in 2010 de redding in de vorm van het Rubenianum Fund, op getouw gezet door de Koning Boudewijnstichting en Thomas Leysen. Vanaf dan kon Arnout Balis ten volle zijn capaciteiten als internationaal gewaardeerde Rubenskenner laten gelden. Onder zijn bezielende leiding werd het publicatieritme van de reeks aanzienlijk versneld, mede dank zij de enthousiaste medewerking van vele nieuwe auteurs die hij had weten aan te werven. Tot aan zijn dood zou Balis de uitgave van de reeks blijven leiden als de onbetwiste kapitein op de brug.

Behalve als kunsthistorische onderzoeker en onderzoeksleider wist Arnout Balis zich vanaf 2000 ook te profileren als gedreven professor aan de universiteiten van Antwerpen en Brussel, waar hij zijn studenten een zo scherp mogelijk kunsthistorisch inzicht poogde bij te brengen.

Arnout Balis was een warm mens, zeer hartelijk in de omgang, steeds bereid zijn uitgebreide vakkennis te delen met anderen, maar ook steeds vol belangstelling en begrip luisterend naar andermans standpunt, wat hem in binnen-  en buitenland een graag gehoorde gast maakte op menig kunsthistorisch colloquium of congres.

 

Afbeelding: Rubenshuis.