Thomas Leysen: Laureaat Gouden Penning 2021

Thomas Leysen: Laureaat Gouden Penning 2021

Ik ben en blijf een vooruitgangsoptimist. Ik geloof dat we vele problemen zullen kunnen oplossen en anderen nog kunnen afwenden. Maar daarvoor is er een groot verantwoordelijkheidsbesef nodig."

- Thomas Leysen 

Op zaterdag 26 maart 2022 reikte Elisabeth Monard (voorzitter KVAB) de Gouden Penning 2021 uit aan Thomas Leysen: voor zijn maatschappelijk engagement op vlak van duurzaamheid, innovatie en de kunsten. 

Hieronder leest u het wederwoord van de laureaat. De integrale Openbare Vergadering van de KVAB kunt u (her)bekijken.

Geachte leden van de Academie,

De toekenning van de Gouden Penning  is ontegensprekelijk een grote eer voor mij. De lijst van de 22 voorgaande laureaten is indrukwekkend. Allen hebben zij een bijdrage geleverd aan een betere of een mooiere samenleving, hebben ze grenzen verlegd en anderen geïnspireerd. Het zijn stuk voor stuk toonaangevende mannen en vrouwen, en ik heb het voorrecht gehad een hele reeks van deze illustere voorgangers persoonlijk te kennen of gekend te hebben. Met enkelen mocht ik ook vrij nauw samenwerken. Deze eer is voor mij des te groter aangezien ik noch een wetenschapper, noch een kunstenaar ben, zoals bijna alle voorgangers hier, maar wel een ondernemer.  

Enkele andere ondernemers werden in het verleden reeds uitverkozen, maar Dr Paul Jansen was naast een grote ondernemer toch vooral een bijzonder grote wetenschapper. Dries Van Noten en Jacques Wirtz kunnen wellicht ook als ondernemers getypeerd worden, maar zijn in eerste instantie grensverleggende kunstenaars. 

Is het dan wel verantwoord voor de Vlaamse Academie voor Wetenschappen en Kunsten om een loutere ondernemer te onderscheiden? Iemand waarvan het handelen essentieel gedreven is (of alleszins gekaderd is) door meer wereldse beslommeringen, door economische realiteiten en wetmatigheden? U zult mij vergeven dat ik zelf niet zal antwoorden op deze vraag. Ik neem de al te vriendelijke woorden van de voorzitter evenwel in dank aan.

Ik wil vanochtend daarentegen wel enkele bedenkingen formuleren over de mogelijke raakvlakken tussen ondernemers, wetenschappers en ook kunstenaars en met name over wat hen in mijn ogen verbindt: de creativiteit. Kunstenaars, wetenschappers en ondernemers mogen dan immers al vertrekken vanuit een verschillende logica, ze kunnen maar echt succesvol zijn in hun roeping en hun métier als ze beschikken over een scheppende kracht.  

De gedrevenheid van de kunstenaar vertrekt vanuit een drang naar perfectie: perfectie in de expressie van schoonheid, van emoties, van intuities of van idealen. Het leidt hem of haar er toe iets te scheppen dat in het beste geval aanspraak kan maken op eeuwigheidswaarde. Exigi monumentum aere perreneum. Ik schep een monument dat bestendiger is dan brons, zoals de dichter Horatius het schreef - enigszins onbescheiden maar niet onterecht. Het feit dat hij meer dan twintig eeuwen later nog steeds gelezen wordt, vormt immers de duidelijke bevestiging van zijn uitspraak. 

De wetenschapper vertekt vooral uit nieuwsgierigheid, op zoek naar kennis, naar waarheid en inzicht, naar begrip van onderliggende principes en naar oplossingen voor concrete vraagstukken. Het is een zoektocht naar wetten en naar het overwinnen van praktische bezwaren. Ook de wetenschapper kan mijns inziens maar echt succesvol zijn als de nodige discipline en nauwkeurigheid gecombineerd wordt met een grote dosis creativiteit. 

De ondernemer vertrekt vanuit de drang om iets op te bouwen. Het is voor mij een persoon die eerst de mogelijkheden ziet - en dan pas de obstakels en risico’s in ogenschouw neemt. Het is iemand die een visie op de toekomst kan ontwikkelen, waarin hij of zij waarde creëert door in te spelen op de behoeften van de omgeving en die de gave heeft om de nodige middelen te mobiliseren. Het is iemand tenslotte die de capaciteiten moet hebben om energie, visie en inspiratie over te brengen op anderen zodat ze het beste van zichzelf geven. 

Allen, kunstenaar, wetenschapper en ondernemer moeten dus (elk op hun gebied) beschikken over die gave die erin bestaat om te zien wat er nog niet is -  maar wat zou kunnen zijn 

Ik ben een vooruitgangsoptimist. Ik ben iemand die overtuigd is dat het leven voor de overgrote meerderheid van de wereldbevolking nu (ondanks alle ellende die er nog is) beter, leefbaarder en aangenamer is dan in enige andere voorgaande tijd in de geschiedenis. Ik ben ook iemand die blijft geloven dat de opbouwende kracht van de mensheid het uiteindelijke zal halen op de destructieve krachten van mensen 

Maar dat optimisme moet gepaard gaan met luciditeit. We mogen om te beginnen nooit blind zijn voor het vele leed in de wereld. En we mogen ook niet geloven dat elke vooruitgang, dat elke technologische innovatie, dat elke economische groei alleen maar positieve uitwerkingen heeft. 

We leven in een periode waarin de snelheid van de verandering op een ongeziene wijze is toegenomen. Dit is problematisch, omdat kennis en technologisch kunnen sneller groeit dan de menselijke wijsheid en het inzicht om met dit potentiëel op een goede wijze om te gaan. Het gevolg ervan is dat de wereld instabieler wordt, dat de gevaren voor ecologische en maatschappelijke ontwrichtingen toenemen, en dat we steeds sneller opeenvolgende wereldwijde crississen meemaken. 

Ik moet alle opeenvolgende schokken die we gekend hebben sinds dat de val van de Berlijnse muur hier niet in herinnering brengen. Het was toen, nu 33 jaar geleden, een uitzonderlijk hoopvol moment. Het leek even dat  het einde van de Koude Oorlog ook een nieuwe periode van algemene vrijheid, van vooruitgang en van harmonie inleidde. Maar The End of History, zoals Francis Fukuyama het schreef,  is er niet gekomen - wel integendeel. Naast al de politieke, financiële, sanitaire  en maatschappelijke crissisen die we sindsdien al gekend hebben, is er ook nog eens de sluipende maar uiterst bedreigende klimaat- en biodiversiteitscrisis.  

We hebben gelukkig reeds een aantal van die crississen overwonnen of achter ons gelaten, maar andere werken nog steeds door en blijven ons voor enorme uitdagingen stellen. Nieuwe crississen blijven onverwacht ontstaan en worden plots bijzonder acuut. Zo worden we nu geconfronteerd met een brutale oorlog in Europa waarvan de lange termijn gevolgen nog niet te overzien zijn, en het menselijke drama ook niet.

Het vooruitgangsoptimisme wordt dus enigszins op de proef gesteld. Het zal er daarom op aankomen in de komende decennia om te proberen de verdere innovatie en technologische vooruitgang te koppelen aan een grotere wijsheid. Wij zullen moeten leren om de economische dynamiek te verbinden met een grotere zin voor duurzaamheid. Wij zullen het langetermijndenken meer ingang moeten doen vinden binnen de politieke besluitvorming. Wij zullen ook moeten pogen om de polarisatie tussen geopolitieke blokken maar ook intern, binnen onze democratieën, te milderen door dialoog en een groter besef voor onze onderlinge verbondenheid. We zullen moeten werken aan een nieuwe wereldorde waarin we Europa verder opbouwen in plaats van het af te breken en waar we supranationale instellingen weer nieuw leven inblazen in plaats van ze te laten verkalken. 

Deze opgave is gigantisch. Wij zullen er alleen in slagen indien alle maatschappelijke actoren hun verantwoordelijkheidsgevoel verder gaan aanscherpen.  

Ik ga hier vandaag niet de les spellen aan politici die moediger zouden moeten zijn, aan de burgers die meer moedige politici zouden moeten verkiezen of aan media die verder zouden moeten kijken dan de waan van de dag. Ieder kan wel redenen bedenken waarom de andere bepaalde zaken beter zou moeten aanpakken. We moeten vooral elk naar onszelf kijken. 

Voor ondernemers betekent dat dat wij onze creatieve instincten en onze animal spirits, die Keynes omschreef als een "spontaneous urge to action rather than inaction", meer nog dan tot nu toe kaderen in een besef van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat betekent dat wij meer resoluut moeten kiezen voor de lange termijn en dat wij sterker rekening moeten houden met de ecologische en maatschappelijke impact van ons handelen. Het vereist ook dat we onze zorg over een toenemende ongelijkheid in de wereld niet alleen met woorden beleiden (als we dat al doen) maar dat we ook meer bereid zijn om effectief te delen. 

Ik heb in de laatste jaren hoopvolle ontwikkelingen gezien in dat opzicht. Het duurzaamheidsdenken wordt meer gemeengoed binnen het bedrijfsleven. Vele bedrijven menen het echt met een missie die meer inhoudt dan alleen maar winstmaximalisatie. De bedrijfswereld heeft het voortouw genomen in de noodzakelijke energietransitie. Nieuwe generaties komen met nieuwe economische modellen en nieuwe aanpakken. Ik zie ook tal van ondernemers die zich inzetten voor een veelheid van maatschappelijke doelen, en bij de Koning Boudewijnstichting heb ik een grote generositeit leren ontdekken. 

Maar er is nog een hele weg te gaan.  

In de ogen van velen hebben de economische, politieke en intellectuele elites gefaald tijdens de laatste decennia. De vele crississen die we gekend hebben zijn alleszins kenschetsend van het onvermogen om problemen voldoende te anticiperen . Niet elke kritiek op de machtigen der aarde is terecht, maar als we het beeld van de "self-serving elites" willen ontkrachten zullen we met name meer voorbeeldgedrag aan de dag moeten leggen.  

Ik ben en blijf een vooruitgangsoptimist. Ik geloof dat we vele problemen zullen kunnen oplossen en anderen nog kunnen afwenden. Maar daarvoor is er een groot verantwoordelijkheidsbesef nodig, in eerste instantie ook bij deze maatschappelijke elites.  

Als we onze menselijke beschaving heelhuids de tweede helft van de 21ste eeuw willen inloodsen, zullen we ook heel veel creativiteit nodig hebben. 

Creativiteit wordt gestimuleerd door dialoog tussen mensen en het confronteren van ideeën en methodes. Daarom is een instelling als de uwe zo belangrijk, een plaats waar biologen en kunsthistorici, sterrenkundigen en filmregisseurs, economen en musicologen, denkers en doeners samenkomen en elkaar en anderen nieuwe stimulansen geven.  Die creativiteit moet van zoveel mogelijke  komen, van beleidsverantwoordelijken, van politici en van de civil society, van ondernemers die hun daadkracht en gedrevenheid aanwenden ten dienste van maatschappelijke uitdagingen en eveneens van wetenschappers die ons nieuwe inzichten en nieuwe oplossingen voor de problemen van de 21ste eeuw kunnen aanreiken.

En tenslotte behoeven we de scheppende kracht van kunstenaars, die ons ondertussen een spiegel voorhouden, die ons wakkerschudden en inspireren, die ons bij momenten troosten en die ons vooral tonen waarom het waard is om mens te zijn en om mens te blijven.